Met kunstvoeding of flesvoeding bedoelen we volledige zuigelingenvoeding. Als je daarvoor kiest krijgt je kindje de eerste zes maanden ‘volledige zuigelingenvoeding nummer 1’. Bij de tweede zwangerschapscontrole vragen we je of je hier meer informatie over wilt. Na de bevalling zal de kraamverzorgster jullie uitleggen hoe je de kunstvoeding goed moet klaarmaken en geven. Op de website van het voedingscentrum kun je er meer over lezen. Onderstaande tekst komt van de website van het Voedingscentrum.
Hoe kies je de juiste flesvoeding?
- Het maakt niet zoveel uit welk merk je kiest. De samenstelling van flesvoeding is vastgelegd in de Warenwet. Merken verschillen nauwelijks van elkaar als het gaat om de gehaltes aan verschillende voedingsstoffen in de flesvoeding.
- Aan flesvoeding is vitamine K toegevoegd. Als je kindje minimaal 500 milliliter flesvoeding op een dag krijgt, heeft het geen extra vitamine K nodig.
- Geef je kind tot en met 3 jaar elke dag 10 microgram vitamine D extra, ongeacht de hoeveelheid vitamine D die al is toegevoegd aan de flesvoeding. Na die tijd hebben alleen kinderen met een donkere (getinte) huid en kinderen die niet genoeg buitenkomen extra vitamine D nodig.
- Er zijn ook speciale flesvoedingen voor kinderen die hongerig zijn of die veel overgeven. Zo’n aparte voeding is meestal niet nodig. Overleg eerst met het consultatiebureau als je wilt overstappen op andere voeding.
- Maak zelf geen flesvoeding, door bijvoorbeeld koemelk of geitenmelk met water te mengen. Dat is geen volwaardige voeding voor baby’s.
Kies een speen
- Probeer verschillende soorten spenen uit. Elk kind heeft zijn eigen voorkeur. Koop dus in het begin niet teveel van één soort fles en speen. Samen met de kraamverzorgende kijken jullie in de eerste week met welke speen en fles jullie kindje het beste kan drinken. Er zijn 2 bekende spenen: het kersmodel met een ronde top en het dental model met een platte top.
- Controleer een siliconenspeen regelmatig op zwakke plekken, zeker als je kind tandjes heeft. Spenen van siliconenrubber scheuren gemakkelijker dan latexspenen. Wel zijn ze gemakkelijker schoon te maken dan latexspenen.
- Gebruik een speen met 1 klein gaatje als je kind een gulzige drinker is. Als je kind langzaam drinkt is een speen met 2 gaten of 1 groot gat een betere keus. Er bestaan ook meerstanden-spenen. Afhankelijk van hoe de speen in de mond zit, kan je kind sneller of langzamer drinken.
- Gebruik een fopspeen als de fles snel op is en je kind nog wil sabbelen.
Kies een fles
Er zijn verschillende modellen zuigflessen. Kies in ieder geval een fles met een brede hals waarop je kunt zien hoeveel erin zit.
Meer informatie lees je in de brochure: Flesvoeding voor je kind van 0 tot 1 jaar.